miMakker Bakkie maakt contact met man op afdeling voor dementie www.neusvoorcontact.nl

De deur

Het is weer tijd voor een bezoek aan de bewoners van de verpleegafdeling. Ik, Myra, sta met mijn koffer voor de gesloten deur. Net op dat moment komt mevrouw Hors aanlopen, ze gaat bij haar man op bezoek. Mevrouw drukt op een bel en zegt dat je niet zomaar naar binnen kan. Ik vertel haar dat ik dat weet omdat ik vaker kom, maar dan als miMakker. Dat ik dan ook regelmatig haar man ontmoet. In een fractie van een seconde zie ik haar schouders zakken en haar gezicht krijgt een verdrietige uitdrukking. “Het is zo zwaar. Mijn man voelt zich zo opgsloten, maakt veel stuk en is soms agressief.” Ik luister en kan alleen maar beamen dat het inderdaad niet meevalt om iemand, waar je al zo lang samen mee bent, zo te zien veranderen. Dan wordt de deur voor ons open gemaakt en gaan we samen naar binnen. Mevrouw gaat naar haar man en ik zoek een verzorgende op. Voordat ik mij omkleed naar Bakkie en mijn rode neus opzet, heb ik altijd even contact met de zorg over eventuele bijzonderheden.

Een glimlach

Wanneer ik later als miMakker Bakkie de hal binnenwandel, komen meneer en mevrouw Hors net gearmd aangewandeld. Meneer Hors ziet Bakkie en houdt zijn pas in. Met ondeugend glimmende ogen kijkt hij haar aan: “Hé, ik ken jou!”, zegt hij met een brede glimlach. Ook zijn vrouw ziet Bakkie, ze begrijpt nu de uitleg van eerder bij de deur. Ze is zichtbaar verbaasd over de reactie van haar man. En ook zij glimlacht. En Bakkie? Die kijkt met een grote glimlach terug.

Vandaag scheiden onze wegen hier. Een volgende keer kan het zomaar weer een partijtje voetbal zijn in de gang met meneer Hors. Na afloop drinken we dan samen dorstig een glas koud water. Maar dat weten we pas als we elkaar weer ontmoeten. In het moment kan alles altijd weer anders gaan.

Nu was de glimlach even fijn, een spontane ontmoeting in de hal.

Myra Steens

 

 

Dit blog verscheen op 28 april 2019 als blog op de facebookpagina van Stichting miMakkus . Eindredactie Neeltje Hazenoot ( met dank aan Gerja Visscher)